De vensters, knoppen, menu’s, etc. vormen de gebruikersinterface van een computerprogramma. De Europese Softwarerichtlijn (91/250) draagt de Lidstaten op computerprogramma’s auteursrechtelijk te beschermen. Aan het Hof van Justitie van de EU werd gevraagd of gebruikersinterface als onderdeel van een computerprogramma door deze richtlijn beschermd wordt. Het Hof van Justitie kwam tot de conclusie datde gebruikersinterface niet als zodanig tot het computerprogramma behoorde. Toch kunnen de vensters, knoppen, menu’s etc. auteursrechtelijk beschermd zijn, als ze aan de ‘normale’ voorwaarden voldoen en dus afzonderlijk een eigen intellectuele creatie vormen.
De Softwarerichtlijn (91/205, nu opnieuw gecodificeerd in 2009/24) harmoniseerde de werking van het auteursrecht op computerprogramma’s. In de Nederland is dit vastgelegd in artikel 10 lid 1 sub 12 Auteurswet. De precieze reikwijdte hiervan is echter nooit helemaal duidelijk geweest. Door de technische aspecten van computerprogramma’s heeft er binnen het intellectueel eigendomsrecht altijd een wisselwerking plaatsgevonden tussen het auteursrecht en het octrooirecht. Het Hof van Justitie heeft in deze uitspraak een ruime beschermingsomvang van het auteursrecht bevestigd.
Volgens het Hof wordt de weergave van een computerprogramma op een scherm (de gebruikersinterface) beschermd door het gewone regime van de Auteurswet. Voor andere onderdelen van computerprogramma’s moet voor auteursrechtelijke bescherming worden teruggevallen op de Softwarerichtlijn. De precieze reikwijdte van de Softwarerichtlijn leidt het Hof af uit de considerans en strekt zich uit tot die onderdelen die bij verveelvoudiging zelfstandig in staat zijn een computer zijn taak te laten uitvoeren. Het Hof redeneert dat een verveelvoudigde gebruikersinterface zonder onderliggende programmatuur niet in staat is een computer zijn taak te laten uitvoeren. Hierdoor valt de gebruikersinterface buiten de bescherming van de Softwarerichtlijn. Hij komt dus echter wel in aanmerking voor het gewone huis-tuin-en-keuken auteursrecht.
De zaak voor het Hof van Justitie ging over een ongeautoriseerde vertoning van een gebruikersinterface op televisie. Deze bijzondere openbaarmaking bood de mogelijkheid de beschermingsomvang van de gebruikersinterface los te zien van de onderliggende programmatuur. De verwijzende Hongaarse rechter vroeg overigens ook of deze openbaarmaking via de televisie wel als auteursrechtelijke openbaarmaking kon gelden. Het Hof concludeerde dat dit niet het geval was omdat de kijker niet in staat werd gesteld de interactie van de gebruikersinterface te herleiden. Volgens het Hof werd daarmee het essentiële onderdeel van de interface niet openbaar gemaakt, en daardoor de hele interface evenmin. Dat is een interessante overweging die waarschijnlijk nog tot veel vervolgjurisprudentie zal leiden. Kennelijk is een onvolledige openbaarmaking volgens het Hof geen openbaarmaking. Dat is voer voor advocaten.