Het is de TROS niet gelukt een boete van tafel te krijgen voor het uitzenden van het kinderprogramma Sprookjesboomfeest. Dit programma werd eind 2009 uitgezonden en speelde zich af in het sprookjesbos van de Efteling. Een aantal bekende bewoners van het sprookjesbos hadden een rol en daarnaast werd gebruik gemaakt van een digitale animatie van een nieuw te bouwen attractie; de Sprookjesboom. Het Commissariaat van de Media vond dat deze uitzending op ongeoorloofde wijze reclame maakte en bovendien dienstbaar was aan het maken van winst door derden. Op 3 april 2012 werd dit besluit in bezwaar gehandhaafd (zie ook het advies dat hieraan ten grondslag lag), waarop de TROS in beroep is gegaan bij de rechtbank Amsterdam
Het Commissariaat meldt vandaag op haar website dat de rechtbank het boetebesluit in stand heeft gelaten en de TROS in het ongelijk heeft gesteld. In deze kwestie speelde vooral de vraag of het Commissariaat zowel een boete van EUR 60.000 kon opleggen voor het maken van ongeoorloofde reclame (het tonen van vermijdbare uitingen), al s een boete van EUR 60.000 voor het overtreden van het dienstbaarheidsverbod. De adviescommissie, die het Commissariaat adviseerde in de eerdere bezwaarprocedure, had op dit punt nadere motivering gevraagd. Beide boetes berusten immers op hetzelfde feitencomplex en de vraag is of de TROS niet twee keer beboet wordt voor dezelfde actie. Het Commissariaat dacht hier anders over en concludeerde in de bezwaarprocedure dat een dubbele boete zeker tot de mogelijkheden behoort:
“Toegepast op deze concrete casus betekent dat het goed denkbaar is dat De Efteling een programma had gemaakt en aan de TROS ter uitzending had aangeboden dat geen (of zeer weinig) niet toegestane vermijdbare reclame-uitingen had bevat en wel aldus: een niet sprekend gelijkende boom, een andere titel, geen overduidelijke Anton Pieckstijl, andere melodietjes en naast de Efteling-sprookjesfiguren ook sprookjesfiguren die niet in De Efteling voorkomen. Een programma in die vorm zou door de (afstemming van of het gebrek aan alertheid bij de) timing van de uitzending toch behulpzaam kunnen zijn geweest in het marketen van de te openen attractie en dus tot een overtreding van het dienstbaarheidsverbod hebben kunnen leiden zonder dat er sprake zou zijn van – duidelijke – overtredingen van het reclameverbod.”
De rechtbank Amsterdam handhaaft in haar uitspraak beide boetes en volgt de argumentatie van het Commissariaat:
“Weliswaar bestaat een zekere overlap tussen de twee overtredingen, maar de kern van deze twee overtredingen is wezenlijk anders. Het dienstbaarheidsverbod ziet op het nalaten van het maken van beperkende afspraken en daarnaast timing en frequentie van de uitzendingen. Het dienstbaarheidsverbod ziet dan ook niet op de inhoud van de uitzendingen als zodanig. Het reclameverbod heeft een beperktere reikwijdte, in die zin dat dit verbod juist wel ziet op de inhoud van de uitzendingen, namelijk de vermijdbare uitingen tijdens de uitzendingen. Gelet hierop en gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat eiseres beide verboden apart van elkaar heeft overtreden.”
Toch matigt de rechtbank de boete van EUR 120.000 naar EUR 108.000, omdat er onder meer onduidelijkheid was over de strekking van het dienstbaarheidsverbod. Publieke omroepen moet er desalniettemin rekening mee houden dat een reclame-/dienstbaarheidsovertreding mogelijk dubbel wordt beboet.
Update: de TROS heeft inmiddels bekend gemaakt dat zij in hoger beroep zal gaan.