Op 31 oktober 2014 oordeelde de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg dat een spotprent van Oppenheimer waarin de bekende strafpleiter Hiddema als ‘louche’ wordt aangeduid onrechtmatig is. De cartoonist speelde met deze cartoon in op de berichtgeving over de verschenen biografie over Hiddema. Oppenheimer gaf tijdens de procedure (althans, volgens het vonnis) aan dat hij hiermee op satirische wijze media beluste advocaten op de hak nam.
Volgens de voorzieningenrechter bleek dit onvoldoende uit de cartoon en de gegeven toelichting. “Door de aanduiding louche, die een ernstig beschuldigend karakter heeft, krijgt deze gestelde spottende en satirische aanduiding ongerechtvaardigd een veel zwaardere lading, die niet past bij de “beschuldiging” van de cartoonist dat de advocaat een ‘glamouradvocaat’ is” aldus de voorzieningenrechter. Het argument van Oppenheimer dat deze cartoon een waardeoordeel is en om die reden geen steun behoeft te vinden in de feiten wordt door de voorzieningenrechter niet geaccepteerd. De rechter stelt dat het waardeoordeel in dit geval, eerder het karakter van een gesteld feit heeft gezien de ernstige beschuldiging die er geuit is. Dit waardeoordeel dient daarom voldoende feitelijk onderbouwd te worden en daarvan is hier geen sprake, aldus de rechter. De rechter beveelt een rectificatie op last van een dwangsom.
Naar aanleiding van dit vonnis verscheen afgelopen zaterdag onderstaand kritisch commentaar van onder meer onze collega Christien Wildeman in NRC Handelsblad, dat hieronder met toestemming van NRC wordt herplaatst.
Hiddema heeft overigens inmiddels aangegeven dat hij het geen probleem vindt als er niet wordt gerectificeerd, “omdat ieder weldenkende lezer de boodschap inmiddels begrepen heeft”. Oppenheimer gaat alsnog in beroep tegen deze uitspraak.