De Ministerraad heeft het wetsvoorstel goedgekeurd waarmee het journalistieke brongeheim een wettelijke basis krijgt, zo blijkt uit een persbericht van de Ministerraad. In dit persbericht staat ook meer informatie over de inhoud van het voorstel, dat openbaar wordt bij indiening bij de Tweede Kamer. Het voorstel wordt nu eerst voor advies voorgelegd aan de Raad van State.
Het wetsvoorstel kiest voor een vrij beperkte definitie van wie journalist is. Alleen personen die zich bezig houden met ‘professionele berichtgeving’ kunnen een beroep doen op bronbescherming. Dat komt neer op een beperking van de bronbescherming die nu uit de jurisprudentie volgt. In het arrest Hemelrijk, waarover hier op Media Report is geschreven, had de Hoge Raad begin 2008 nu juist bevestigd dat iedereen die zich tot een breed publiek richt en mede in het algemeen belang handelt als journalist kan worden aangemerkt. De vraag of dat professioneel gebeurt is daarbij niet van belang. En het Hof van Justitie heeft in december 2008 in het Satamedia arrest (in de context van de privacyrichtlijn) zelfs bepaald dat journalistiek gelijk staat aan de bekendmaking aan het publiek van informatie, meningen of ideeën. Een nog ruimere definitie dus. Mogelijk dat de Raad van State op dat punt nog kan ingrijpen.
Er wordt al jarenlang gediscussieerd over de voors en tegens van het wettelijk verankeren van het brongeheim. Volgens sommigen is dit overbodig omdat het brongeheim van journalisten al is gegarandeerd in jurisprudentie. Met Volkskrant-journalist en bestuurslid van de Vereniging van Onderzoeksjournalisten (VVOJ) Jeroen Trommelen pleitte ik in een ingezonden stuk in NRC Handelsblad in 2007 vóór het wettelijk vastleggen. Voor meer informatie verwijs ik naar dit artikel, dat hier te vinden is.