De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam oordeelde afgelopen vrijdag dat milieuorganisatie Greenpeace in de toekomst protesten mag blijven voeren tegen oliemaatschappij Shell, zij het dat ze zich daarbij wel aan bepaalde voorwaarden moeten houden.
Greenpeace voerde recent acties tegen de (olie)boringen in het Noordpoolgebied, waarbij zij onder andere 72 benzine stations van Shell Nederland onbruikbaar maakte. Shell vorderde in kort geding een verbod op het voeren van dergelijke acties in de toekomst.
Volgens de voorzieningenrechter waren de eerdere acties proportioneel en rechtmatig. Bovendien staat het organisaties als Greenpeace vrij om actie te voeren en hun mening aan het publiek kenbaar te maken:
“Uitgangspunt is dat het organisaties als Greenpeace in beginsel vrij staat om actie te voeren en hun mening aan het publiek kenbaar te maken. Het enkele feit dat een dergelijke actie hinder oplevert voor het bedrijf waartegen de actie zich richt, in casu Shell, maakt een dergelijke actie niet onrechtmatig.”
Toewijzing van het verbod zou bovendien betekenen dat Greenpeace geen enkele actie tegen Shell zou kunnen uitvoeren die van invloed zou kunnen zijn op hun bedrijfsuitoefening en dat gaat volgens de rechtbank te ver.
Wel moet Greenpeace bij toekomstige acties mededelen wat het doel, de werkwijze en de duur van een actie zal zijn. Daarnaast mogen protesten bij tankstations waarbij tanken onmogelijk wordt gemaakt slecht een uur duren. Andere acties waarbij de normale gang van zaken binnen een bedrijf onmogelijk worden gemaakt mogen niet langer dan twee uur duren.
De tegenvordering van Greenpeace, tot rectificatie van uitlatingen in een persbericht van Shell werd door de rechtbank afgewezen, nu het om een – niet nader onderbouwde – mening gaat.