De aangekondigde veranderingen bij de Raad voor de Journalistiek (waarover we eerder schreven) beginnen vorm te krijgen. Op 1 november 2013 heeft de Raad haar herziene Reglement Werkwijze Raad voor de Journalistiek gepubliceerd, waarin een aantal interessante procedurele veranderingen staan. Hieronder behandelen we de belangrijkste daarvan.
Eerst klagen bij medium, dan pas bij Raad
Je kan niet meer direct voor een klacht over een journalistieke gedraging bij de Raad aankloppen. Voordat de Raad een klacht in behandeling neemt moet de klager eerst de klacht aan het medium hebben voorgelegd. Dit moet binnen drie maanden na de gewraakte journalistieke gedraging gebeuren; het medium heeft dan drie maanden de tijd om op de klacht te reageren. De klager heeft na afhandeling van het medium (of na de drie maanden) vervolgens één maand om de klacht aan de Raad voor te leggen. Als hij dit te laat doet wordt de klacht in principe niet behandeld (zie artikel 2 en artikel 2a van het Reglement).
Klachten tegen media die Raad niet erkennen
Als een klacht is ingediend tegen een medium dat, of een journalist die, zich “uit beginsel” niet verweert, ziet de Raad af van behandeling (artikel 9 lid 5 van het Reglement). Hans Laroes, de voorzitter van de Raad, had eerder opgemerkt dat de Raad geen klachten meer zou behandelen van media die de Raad niet erkennen. Het criterium wat nu in het Reglement staat lijkt echter ook media (en journalisten) die de Raad wél erkennen de ruimte te bieden ‘uit beginsel’ geen verweer te voeren, en zo de zaak buiten schot van de Raad te houden. De Raad behoudt zich overigens wel het recht voor om zaken alsnog in behandeling te nemen als zij van mening is dat de klacht “van algemene strekking” of “principieel belang” is, wat alsnog veel ruimte biedt om naar eigen inzicht dergelijke klachten wel te behandelen.
Aanbevelingen op eigen intiatief Raad
De Raad kan op eigen initiatief aanbevelingen schrijven over zaken die verband houden met journalistieke gedragingen, als deze zaken “van algemene strekking en van principieel belang zijn”. De Raad, of één of meer van haar leden, kan dit initiatief nemen. Daarnaast kan ook één van de organisaties die deelnemen aan de Stichting Raad voor de Journalistiek daar ook een verzoek toe indienen (zoals bijvoorbeeld de NPO, RTL of de NVJ).
Overige veranderingen bij de Raad
Hans Laroes heeft in een korte toelichting bij het Reglement op de site van de Raad verder aangegeven dat het criterium bij het beoordelen van de klachten gaat zijn de ‘journalistieke zorgvuldigheid’. De maatstaf is nu nog (zoals in de Leidraad staat) of met de journalistieke gedraging “de grenzen zijn overschreden van hetgeen, gelet op de eisen van journalistieke verantwoordelijkheid, maatschappelijk aanvaardbaar is”. De nieuwe maatstaf ‘journalistieke zorgvuldigheid’ is een ‘beknopte maatstaf’ die Laroes als volgt samenvat:
“Zorgvuldige journalistiek is waarheidsgetrouw en nauwgezet, onpartijdig en fair, controleerbaar en integer. (Onpartijdig: evenwichtig en bereid tot wederhoor).”
Voorts zullen de uitspraken van de Raad in het vervolg ‘conclusies’ heten (artikel 10 van het Reglement) en zullen, zo stelt Laroes, “meer journalistiek en minder ‘juridisch’ geformuleerd worden”.
Naast dit gewijzigde Reglement zal een tweede grote verandering mogelijk het wijzigen van de Leidraad zijn. Laroes kondigt in zijn begeleidende bericht namelijk aan dat de Raad de komende tijd de Leidraad ter discussie zal stellen en ‘mogelijk’ als gevolg van deze discussies zal aanpassen. Dit is een iets minder stellige formulering dan in zijn eerdere stuk op De Nieuwe Reporter, waarin Laroes nog stelde dat de Leidraad herziening ‘behoeft’ en dat een ‘vereiste’ zou zijn ‘aanpassing aan de nieuwe tijd’.
Het nieuwe Reglement is op 1 november 2013 in werking getreden.
Tot slot verdient vermelding dat de Raad drie nieuwe vice-voorzitters heeft gekregen, waaronder Egbert Myjer, oud-rechter bij het EHRM.