De moeder van Marianne Vaatstra, die in 1999 werd verkracht en vermoord, hield tussen de moord van haar dochter in mei 1999 en de arrestatie in november 2012 van Jasper S. een dagboek bij. Publicist Wim Dankbaar en uitgever Hans Mauritz hadden dat dagboek in handen gekregen en waren van plan passages daaruit op te nemen in een door hen te schrijven boek, waarin zou worden uitgelegd dat justitie ‘de ware moordenaars heeft beschermd’. De moeder van Vaatstra start een kort geding tegen de publicisten, waarin zij een batterij vorderingen instelt. Daarbij beroept zij zich op de bescherming van haar persoonlijke levenssfeer en op haar auteursrecht. En omdat haar dagboek nooit rechtmatig openbaar is gemaakt, gaat het citaatrecht hier ook niet op, aldus de moeder. Daar is de voorzieningenrechter het in het vandaag gepubliceerde vonnis mee eens.
Ook mogen gedaagden niet citeren uit een tweetal toespraken, die wel rechtmatig openbaar zijn gemaakt: “gegeven de aard van die openbaarmaking – een toespraak, niet een gedrukte publicatie – en het tijdstip daarvan – toen een dader van de moord nog niet was gevonden – kan het publiceren van (naar aan te nemen valt) aanzienlijke delen van deze toespraken in de context van een boek, dat blijkens de titel gewijd is aan het dagboek van [eiseres], zonder daartoe verkregen toestemming niet met een beroep op het citaatrecht worden gerechtvaardigd.” Die redenering is moreel gezien wel, maar auteursrechtelijk gezien wat minder goed te begrijpen. Immers, of een werk gedrukt is of niet en wat de stand is van een justitieel onderzoek is lijkt voor de vraag of een citaat toelaatbaar is niet relevant. De sympathie van de rechter lag hier overduidelijk niet bij gedaagden.
Gedaagden worden onder meer veroordeeld alle in hun bezit zijnde versies van het dagboek aan eiseres te overhandigen. Ook krijgen gedaagden een verbod (passages uit) het dagboek te publiceren, moeten zij al gepubliceerde passages offline halen en moeten ze op hun website www.rechtiskrom.wordpress.com melding maken van de inhoud van het vonnis door deze zonder opiniërend bijschrift integraal te vermelden.
Dankbaar en Mauritz worden in de proceskosten van eiseres veroordeeld. Eiseres vordert op grond van artikel 1019h Rv vergoeding van haar volledige proceskosten. Hoewel de advocaat van eiseres heeft verzuimd een deugdelijke kostenspecificatie over te leggen wordt de vordering toch toegewezen, omdat gedaagden de vordering niet hebben betwist. Wel wordt het bedrag vanwege het ontbreken van een specificatie begroot conform de IE-indicatietarieven voor een eenvoudige zaak in kort geding op € 6.000,–.
Wegens gebrek aan deugdelijke onderbouwing wordt de ook ingestelde vordering tot een straat- en contactverbod afgewezen.