De Rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, heeft gisteren in kort geding de eis van Stichting Loterijverlies om de uitzending van consumentenprogramma Radar te verbieden afgewezen. De uitzending (die hier te bekijken is) draaide om de vraag: hoe groot is de kans dat consumenten een schadevergoeding van de Staatsloterij kunnen krijgen via de Stichting Loterijverlies? Het gemotiveerde oordeel van de rechter is nog niet gepubliceerd, maar op Rechtspraak.nl is alvast in een persbericht een korte samenvatting te vinden van de motivering:
“De rechter stelde vast dat van laster geen sprake is, dat er voldoende hoor en wederhoor door Avrotros is toegepast en dat de vrees van Loterijverlies om negatief te worden weggezet, niet aannemelijk is geworden. De rechter oordeelde daarom dat het recht van vrijheid van meningsuiting/persvrijheid in dit kort geding zwaarder weegt dan het persoonlijk belang van de stichting.”
Opmerkelijk aan het persbericht is dat het censuurverbod niet één keer wordt genoemd, terwijl dit in deze zaak een cruciale factor zou moeten zijn. Dit zal ongetwijfeld aan de orde komen in het uitgewerkte vonnis, waar de redactie met belangstelling naar uitkijkt.
Overigens is de Stichting Loterijverlies op oorlogspad tegen Radar, zoals uit de hieronder geplaatste advertentie blijkt. Dat is ironisch, nu juist in Radar voor het eerst aandacht werd besteed aan de misleidende reclame van de Staatsloterij. Dit was de aanleiding voor de Stichting Loterijverlies om te gaan procederen tegen de Staatsloterij.