De Volkskrant schreef op 9 maart 2012 een artikel over het telecombedrijf Pretium Telecom getiteld “De klachtenstroom over Pretium houdt maar aan“. Pretium startte daarop een kort geding omdat ze vond dat het artikel onrechtmatig was. Vandaag deed de voorzieningenrechter uitspraak en wees de vorderingen van Pretium af. De rechter oordeelt “dat het artikel van 9 maart 2012, aangevuld en verbeterd met de rectificatie van 11 mei 2012, niet onrechtmatig jegens Pretium is en dat het recht van de Volkskrant op vrijheid van meningsuiting prevaleert boven het recht van Pretium op bescherming van haar goede naam.”
Pretium had geklaagd dat er niet genoeg gelegenheid was geboden voor wederhoor. De rechter oordeelt: “Vast staat dat Jelier [red: journalist] tot drie maal toe telefonisch contact heeft gezocht met een woordvoerder van Pretium, waarbij zij heeft vermeld dat zij een artikel over Pretium aan het schrijven was. Als enige reactie daarop heeft Pretium twee faxen gestuurd met de strekking dat zij geen input wilde leveren voor een artikel van de Volkskrant. Onder die omstandigheden behoefde De Volkskrant geen verdere pogingen meer te doen om Pretium gelegenheid te bieden tot het geven van een weerwoord. (…) In ieder geval was niet vereist dat de Volkskrant de volledige tekst van het te plaatsen artikel of de belangrijkste elementen daarvan aan Pretium zou voorleggen.”
Pretium stelde dat de Volkskrant zich had moeten verdiepen in de lopende bodemprocedure die door Pretium is aangespannen tegen de TROS in verband met een aan Pretium gewijde uizending van TROS Radar. In kort geding heeft Pretium de procedures over deze TROS Radar uitzending echter tot aan de Hoge Raad toe verloren en in de bodemprocedure is nog geen einduitspraak gedaan. De rechter oordeelt daarover dat de Volkskrant “mocht uitgaan van de thans (nog) geldende uitspraak […] Van een journalist kan niet worden verwacht dat hij zich een oordeel vormt over de houdbaarheid van vonnissen. Daar ligt de grens van de onderzoeksplicht van de journalist.”
De berichtgeving over een aantal andere rechtszaken die Pretium voerde of nog steeds voert, kon ook de toets der kritiek doorstaan. Daarbij weegt de rechter mee dat een krant “geen juridisch tijdschrift” is en dus niet alle juridische finesses van de rechtszaken vermeld hoefden te worden.
In het artikel stonden verder drie klachten van gedupeerden. Pretium had gesteld dat de Volkskrant in het artikel de klachten zonder enig onderzoek en zonder distantie had ‘geadopteerd’, terwijl het volgens Pretium zou gaan om ongegronde klachten. Hierover oordeelt de rechter: “Eén van de functies van de pers is de boodschappersfunctie, waarbij de pers uitlatingen van derden weergeeft. In die functie heeft de Volkskrant de verhalen van drie zelfverklaarde gedupeerden bij het artikel weergegeven. Dat het gaat om de mening van de gedupeerden, blijkt uit het veelvuldig gebruik van aanhalingstekens, ook in de koppen van de drie klachten. Uiteraard ontslaat het feit dat derden aan het woord zijn de Volkskrant niet van iedere verplichting tot zorgvuldige berichtgeving, maar aan de andere kant gaat die verplichting niet zover dat de Volkskrant de klachten alleen maar zou mogen weergeven indien zij deze na onderzoek gegrond zou hebben bevonden, zoals Pretium meent. In dit geval geldt dat de Volkskrant niet beschikte over de klantdossiers van Pretium en dat Pretium ieder contact over het artikel heeft afgehouden. Vooralsnog is niet gebleken dat andere onderzoeksmogelijkheden voorhanden waren. Daarbij komt dat de weergegeven klachten – zo blijkt uit de rechtspraak over Pretium – in lijn zijn met de klachten die vaker zijn geuit over de werkwijze van Pretium, zodat de Volkskrant geen reden had om te twijfelen aan de verhalen van de gedupeerden.”
We schreven al eerder over uitspraken over Pretium Telecom. Momenteel lopen zijn er nog verschillende procedures tussen Pretium en andere media aanhangig.
Update: bij arrest van 5 maart 2013 heeft het Hof Amsterdam ook in hoger beroep de vorderingen van Pretium afgewezen. Pretium heeft geen cassatie ingesteld en geen bodemprocedure aanhangig gemaakt.
Deze zaak is namens de Volkskrant behandeld door Christien Wildeman van Kennedy Van der Laan.