In het kader van de ontsluiting van niet eerder gepubliceerde rechtspraak, hier aandacht voor een vonnis uit 2006 tussen Leefbaar Amsterdam en diens inmiddels overleden voorman en Het Parool. Het gaat om een conflict rond de Amsterdamse bonnetjesaffaire, waarin niet alleen de Leefbaren, maar ook veel gevestigde partijen een tik op de vingers kregen voor misbruik van publiek geld. Maar de Leefbaren klaagden daar vervolgens wel als enigen tegen. Ondanks een veroordelend rapport van integriteitsexpert prof. Elzinga, hoogleraar staatsrecht aan de Universiteit Groningen, dient Leefbaar Amsterdam een klacht in bij de Raad voor de Journalistiek tegen Het Parool, dat spreekt van ‘gesjoemel’. De Raad oordeelt dat de krant niet had mogen spreken van gesjoemel en wijst de klacht toe. Daarop start de partij en diens voorman een kort geding tegen Het Parool.
De rechter gaat echter niet mee met de Raad. Het Parool is haar boekje niet te buiten gegaan. In tegendeel, de omschrijving ‘gesjoemel’ geeft de conclusies van prof. Elzinga juist goed en pakkend weer. Het is de taak van Het Parool aandacht te besteden aan dit soort affaires in de Amsterdamse gemeenteraad. ‘Door aandacht te besteden aan het rapport Elzinga doet Het Parool van wat haar wordt verwacht.’ De vorderingen van Leefbaar Amsterdam worden afgewezen.
Dit vonnis illustreert dat een toewijzend oordeel van de Raad voor de Journalistiek bepaald geen garantie geeft voor winst bij de rechter. Hoewel dit oordeel van de Raad misschien een uitwas is, laat het ook zien dat de Raad soms wel heel erg streng is voor de media.