Tenminste, dat vindt de Article 29 Data Protection Working Party, een onafhankelijke werkgroep van de Europese Commissie, die onder meer bestaat uit vertegenwoordigers van iedere nationale privacywaakhond.
Deze werkgroep kwam gisteren met een advies (pdf) waarin het stelt dat Google de right to be forgotten uitspraak van het Europese EU Hof ook moet toepassen op het .com domein. Anders zou er geen sprake zijn van effectieve bescherming, aldus de werkgroep. Tot nu toe werd altijd aangenomen dat de uitspraak alleen hoefde te worden geïmplementeerd op de eu domeinen van Google. Want de EU heeft geen extra-territoriale rechtsmacht. En zo hanteert Google de uitspraak ook. Via google.com zijn de “vergeten” zoekresultaten nog altijd te vinden.
Als het aan deze commissie ligt komt daar nu een einde aan. Het is de vraag of Google hiernaar zal luisteren. Het is immers niet aan een adviesorgaan van de EU Commissie te bepalen hoe een uitspraak van het EU Hof moet worden geïnterpreteerd. Wel is het aannemelijk dat dit advies in een volgende zaak over het right to be forgotten een rol zal spelen.
Hier het relevante citaat uit het advies:
“The WP29 considers that in order to give full effect to the data subject’s rights as defined in the Court’s ruling, de-listing decisions must be implemented in such a way that they guarantee the effective and complete protection of data subjects’ rights and that EU law cannot be circumvented. In that sense, limiting de-listing to EU domains on the grounds that users tend to access search engines via their national domains cannot be considered a sufficient means to satisfactorily guarantee the rights of data subjects according to the ruling. In practice, this means that in any case de-listing should also be effective on all relevant .com domains.”