Vandaag zijn de Beleidsregels classificatie commerciële mediadiensten op aanvraag 2011 gepubliceerd door het Commissariaat voor de Media. Deze treden op 1 november 2011 in werking. Dit zal naar verwachting het startschot vormen voor het toezicht op aanbieders van mediadiensten op aanvraag door het Commissariaat. Sinds december 2009 vallen deze aanbieders al onder de Mediawet 2008, maar marktpartijen waren nog in afwachting van de beleidsregels. Registraties als aanbieder waren in afwachting daarvan aangehouden.
Welke diensten
Bij mediadiensten op aanvraag beslist de kijker, in plaats van de broadcaster, wanneer de informatie wordt toegestuurd: denk aan platforms voor uitgesteld televisiekijken en de video on demand diensten die de kabelaars aanbieden. In de beleidsregels wordt uitgewerkt wanneer een mediadienst is gereguleerd.
Aan de hand van een vijftal cumulatieve criteria beoordeelt het Commissariaat of sprake is van een videodienst op aanvraag. Het gaat om de volgende criteria:
- de video’s worden aangeboden aan de hand van een catalogus;
- de dienst heeft als hoofddoel het aanbieden van programma’s;
- het aanbod valt onder redactionele verantwoordelijkheid van de media-instelling die de dienst aanbiedt;
- de dienst is massamediaal;
- de dienst is als economische dienst te beschouwen.
De kwalificatie zal in de praktijk soms niet eenvoudig zijn. Als de kwalificatie op problemen stuit kan het Commissariaat zich laten adviseren door een uit onafhankelijke leden bestaande adviescommissie.
Gevolgen regulering: registratie en basisregels Mediawet van toepassing
De kwalificatie als aanbieder van een mediadienst op aanvraag is van belang. Gereguleerde partijen moeten zich namelijk binnen twee weken na aanvang van de dienst aanmelden bij het Commissariaat. Bestaande partijen moeten zich alsnog gaan registreren. Hiervoor zal vermoedelijk wat meer tijd beschikbaar zijn. Niettemin zal er vaart gemaakt moeten worden.
Aanbieders dienen een aantal voorschriften na te leven uit de Mediawet 2008, onder meer over reclame, sponsoring en productplaatsing. Daarnaast moeten de aanbieders zorgen dat media-aanbod dat gebruikers jonger dan 16 jaar ernstige schade zou kunnen toebrengen alleen zo beschikbaar is dat deze gebruikers dat aanbod normaliter niet te zien krijgen. Aanbieders van videodiensten moeten zich ook aansluiten bij de Reclame Code en beschikken over een redactiestatuut. Als marktpartijen zijn gereguleerd moeten ze dus gaan zorgen dat aan deze eisen wordt voldaan.