Cozzmoss treedt op tegen het zonder toestemming op je eigen website plaatsen van een kranten- of tijdschriftartikel. Daarover is inmiddels een aantal malen geprocedeerd, waarbij vooral de hoogte van de schadevergoeding interessant is. Een overzicht van de stand van zaken.
Cozzmoss gaat namens een groot aantal Nederlandse uitgevers achter internet-inbreuken aan. Wie een artikel op zijn website plaatst zonder toestemming van de rechthebbendekan rekenen op een sommatiebrief van Cozzmoss, waarin aanspraak wordt gemaakt op betaling. Er wordt niet altijd vrijwillig betaald. Dat heeft inmiddels tot een flink aantal procedures geleid en inmiddels tot zes vonnissen (voor zover gepubliceerd tot en met 8 juni 2011). De vonnissen zijn gewezen door verschillende rechtbanken en hebben zeer verschillende uitkomsten. De rechters kijken blijkbaar niet naar eerdere uitspraken van andere rechtbanken. Hieronder volgt een overzicht waarin de rechtspraak op een rij wordt gezet.
Interessant is vooral de berekening van de schade. Cozzmoss gaat uit van de ‘economische waarde’ die wordt berekend op basis van het door uitgevers aan freelancers betaalde tarief van € 0,36 tot € 0,47 per woord, waarbij Cozzmoss een opslag claimt van twee of soms drie maal dat bedrag ‘wegens verlies van exclusiviteit en omdat inbreuk moet worden ontmoedigd’. Op dit punt lopen de oordelen van de rechters aanzienlijk uiteen. De door Cozzmoss gevorderde vermenigvuldiging met een factor twee is een aantal keren door de rechter afgewezen, maar ook een aantal keren toegewezen. Nederland kent geen systeem van punitive damages (niet alleen schade maar ook een boete als straf), uitsluitend de geleden schade dient te worden vergoed. De door Cozzmoss aangedragen grondslag van de ‘economische waarde’ wordt veelal wel gevolgd door de Kantonrechters. Dat is opmerkelijk, omdat de uitgevers toen zij zelf door de freelancers werden aangesproken wegens hergebruik zonder toestemming niet bereid waren op basis van het eerder betaalde freelancetarief af te rekenen (Rechtbank Utrecht, 26 maart 2008, LJN: BC7661).
Verder is interessant of er een volledige proceskostenveroordeling wordt toegewezen. Hoewel het uitgangspunt van artikel 1019h Rv. is dat bij een inbreuk op rechten van intellectuele eigendom de in het ongelijk gestelde partij wordt veroordeeld in de volledige proceskosten van de in het gelijk gestelde partij, gaan de Kantonrechters daar niet in mee. Met verschillende redeneringen komen ze tot een andere verdeling van proceskosten dan de verdeling op grond van 1019h Rv.
1. Cozzmoss/Vermeule, Kantonrechter Arnhem, 10 december 2008. Vermeule heeft op zijn website Weerspiegeling.nl (in de woorden van de Kantonrechter ‘een toch ietwat obscure website’) één artikel van BN/De Stem gepubliceerd, gedurende minder dan een maand. Cozzmoss vordert in de procedure een hoofdsom van €1.400,= en krijgt daarvan € 365,= toegewezen. Dit was het laagste bedrag dat Cozzmoss eerder als schikking had aangeboden. Cozzmoss vordert volledige proceskosten, ruim € 4.500,=. De Kantonrechter neemt een opmerkelijk standpunt in. De Kantonrechter heeft het voornemen de zaak naar de Rechtbank door te verwijzen als de totale vordering meer dan € 5.000,= beloopt, waarop Cozzmoss haar vordering tot dat bedrag beperkt. Het lijkt mij onjuist om de proceskosten mee te laten tellen voor de compententiegrens bij de Kantonrechter. Vervolgens compenseert de Kantonrechter de proceskosten omdat beide partijen deels in het ongelijk zijn gesteld, en elke partij draagt dus de eigen kosten.
2. Cozzmoss/Volkstuindersvereniging ‘Zonder werken niets’, Kantonrechter Haarlem, 18 november 2010. De tuindersvereniging heeft een website voor haar 135 leden, en zet daar op enig moment een artikel uit Trouw over moestuinen op. Cozzmoss vordert 2,5 keer de economische waarde, maar de Kantonrechter wijst dit toe tot het bedrag van die economische waarde – zonder opslag. Het artikel is slechts beperkt toegankelijk geweest en het maatschappelijk belang van het onderwerp van het artikel (de volkstuinderij) is betrekkelijk gering, aldus de rechter. De door Cozzmoss gevorderde proceskostenveroordeling wordt afgewezen, gelet op de beperkte duur en omvang van de inbreuk en de goede trouw van de tuindersvereniging.
3. Cozzmoss/Bulthuis Uitzendbureau, Kantonrechter Groningen, 8 december 2010. Bulthuis Uitzendbureau heeft één artikel op haar website gezet. Dit artikel is gemaakt door Applinet. Cozzmoss maakt aanspraak op de economische waarde van €230,=, vermenigvuldigd met een factor 2, omdat er geen toestemming is gevraagd. De Kantonrechter wijst dit toe. De verhoging met 100% is volgens de rechter gerechtvaardigd omdat het ‘derden anders vrij zou staan om de toestemming eerst achteraf te kopen door alsnog de gebruiksvergoeding te voldoen aan de auteursrechthebbende’. Cozzmoss vordert volledige proceskosten ad € 1.150,=, maar ‘gelet op de omvang en complexiteit van de zaak verzet de redelijkheid zich tegen volledige toewijzing van de gevorderde proceskostenveroordeling’, waarop € 750,= wordt toegewezen.
4. Cozzmoss/El Tawheed, Kantonrechter Amsterdam, 3 februari 2011. El Tawheed is een religieuze organisatie. Op haar website publiceert ze een aantal artikelen uit De Volkskrant. Cozzmoss vordert de door haar berekende economische waarde, op basis van € 0,36 per woord, en maakt aanspraak op twee maal dat bedrag wegens verlies van exclusiviteit en omdat El Tawheed moet worden ontmoedigd inbreuk te plegen op auteursrechten. De Kantonrechter volgt deze stellingen en wijst de vordering van Cozzmoss toe, dus inclusief de vermenigvuldiging met factor twee. Het beroep op de persexceptie en het citaatrecht wordt afgewezen. De vordering tot betaling van de volledige proceskosten wordt afgewezen omdat Cozzmoss die kosten niet heeft onderbouwd, in plaats daarvan worden de proceskosten volgens het liquidatietarief toegewezen.
5. Cozzmoss/Deeltijdtalent, Kantonrechter Alkmaar, 16 maart 2011. Deeltijdtalent.nl is de website van een werving- en selectiebureau. Zij plaatst twee artikelen van De Volkskrant, zonder voorafgaande toestemming. Cozzmoss claimt de economische waarde op basis van het freelancetarief van € 0,36, verhoogd met 100%. Dit freelancetarief maakt volgens Cozzmoss duidelijk welke directe kosten De Volkskrant heeft voor het schrijven van een artikel. De Kantonrechter oordeelt dat de schade die De Volkskrant heeft geleden beperkt is, en dit rechtvaardigt geen schadevergoeding van twee maal de economische waarde. Gesteld noch gebleken is dat de artikelen iets van hun bruikbaarheid hebben verloren of dat er anderszins schade is geleden, aldus de rechter. De schade wordt op de economische waarde vastgesteld, zonder opslag. Beide partijen dienen hun eigen proceskosten te betalen, omdat partijen over en weer in het (on)gelijk zijn gesteld.
Cozzmoss/bedrijfsorganisatieadviesbureau, Rechtbank Almelo, tussenvonnis 6 april 2011. Gedaagde publiceert op zijn website een aantal artikelen van Cobouw/SDU, met vermelding van de bron. Cozzmoss claimt de economische waarde op basis van het freelancetarief van € 0,47 per woord, vermenigvuldigd met een factor twee. De Rechtbank beoordeelt eerst of de overgenomen artikelen wel auteursrechtelijk beschermd zijn. Het gaat om nieuwsflitsen, die zich in hoofdzaak beperken tot een ‘blote’ weergave van het nieuws, zonder relativering of eigen kleuring. Onduidelijk is of Cobouw/SDU het nieuws wel bewerkt heeft. De Rechtbank geeft een bewijsopdracht aan Cozzmoss. Zij moet bewijzen dat de artikelen door medewerkers van Cobouw/SDU zijn gemaakt én dat deze voldoen aan de vereisten voor auteursrechtelijke bescherming. Deze zaak krijgt dus nog een vervolg.