De voorzieningenrechter heeft zojuist uitspraak gedaan in het kort geding dat door NPO, SBS en RTL tegen de Telegraaf was aangespannen. Inzet van het kort geding was de publicatie van de week-programmagegevens van de omroepen in de zaterdageditie van de Telegraaf. De Telegraaf had dit de afgelopen twee weken gedaan en was voornemens dit ook de komende weken te doen. De voorzieningenrechter oordeelt dat de Telegraaf de publicatie van de programmagegevens met onmiddellijke ingang moet staken en gestaakt houden.
Kern van het geschil was of de omroepen – na het recente Dataco-arrest van het Europese Hof van Justitie – nog wel met succes een beroep op de auteursrechtelijke geschriftenbescherming van programmagegevens konden doen.
De rechter oordeelt dat de keuze de programmagegevens van de omroepen te beschermen een politieke keuze is geweest en dat – als geconcludeerd moet worden dat dat na het Dataco-arret niet meer mogelijk is – de wetgever nu aan zet is om dat te veranderen. De voorzieningenrechter overweegt onder meer als volgt:
Het beginsel van scheiding der machten noopt de rechter tot terughoudendheid bij het vooruitlopen op een eventuele wetswijziging. (…)
[D]e wetgever heeft de discussie over de vraag of op programmagegevens auteursrecht rust willen vermijden door vast te stellen dat inbreuk maken op het monopolie van de Omroepen om programmagegevens te openbaren als een inbreuk op een auteursrecht dient te worden beschouwd, los van de vraag of het dat is. Het betreft hier duidelijk wetsbepalingen die beogen de Omroepen te beschermen. Die bescherming is een politieke keuze. (…)
Dit leidt tot het oordeel dat een anticiperende interpretatie zoals door De Telegraaf c.s. bepleit in dit geval niet kan worden aanvaard. Dit klemt temeer nu het hier een wetsbepaling ingegeven door politieke overwegingen betreft. In zo’n geval dient eerst de politiek te spreken en mag de rechter niet op de politieke besluitvorming vooruit te lopen.
Verder oordeelt de rechter dat er beperkingen zijn aan de richtlijnconforme interpretatie en dat ze de Nederlandse wet niet contra legem mag uitleggen:
Tussen partijen is niet in geschil dat vanaf het moment van de invoering van de Databankenrichtlijn in de literatuur is betoogd dat de geschriftenbescherming hiermee onverenigbaar zou zijn. Echter, ook de beperkingen die in het Adeneler-arrest aan de mogelijkheden voor richtlijnconforme interpretatie worden gegeven waren bekend. In het bijzonder de beperking dat richtlijnconforme interpretatie niet tot een uitleg contra legem mag leiden, biedt een tegenwicht aan de in de literatuur gesignaleerde onverenigbaarheid, temeer nu in de met onderhavige zaak vergelijkbare rechtspraak reeds eerder is geoordeeld dat dit beginsel aan de weg staat aan richtlijnconforme interpretatie als door de Telegraaf c.s. bepleit.
Gelet op het feit dat hetgeen de Telegraaf c.s. voorstaat op gespannen voet staat met het beginsel dat de nationale rechter de wet niet contra legem uit mag leggen, de mogelijk mededingingsrechtelijke strekking die aan artikel 10 Aw moet worden toegekend, de aangehaalde bepalingen uit de Mediawet 2008, de beperkte mogelijkheden voor anticiperende interpretatie, het rechtszekerheidsbeginsel en het hiervoor nog niet expliciet aan de orde gestelde feit dat richtlijnen zich primair richten tot nationale overheden, mede in ogenschouw genomen dat het Dataco-arrest betrekking heeft op andere informatie dan programmagegevens, acht de voorzieningenrechter voorshands onvoldoende aannemelijk dat de bodemrechter zal oordelen dat de Telegraaf nu (al) gerechtigd is programmagegevens voor de navolgende week te publiceren en de vordering van de Omroepen in een bodemprocedure op de door de Telegraaf c.s. aangevoerde gronden zal worden afgewezen. Daarbij merkt de voorzieningenrechter op dat zij af dient te gaan op hetgeen de bodemrechter naar verwachting zal oordelen bij de huidige stand van zaken.
De discussie over het wel of niet (langer) beschermd zijn van de programmagegevens duurt voort: gisteren heeft de Minister de Eerste Kamer geantwoord dat de Commissie Auteursrecht zich over dit vraagstuk gaat buigen.
De Telegraaf werd in deze zaak bijgestaan door Jens van den Brink, Christien Wildeman en Annemieke van der Beek van Kennedy Van der Laan.