Ukrainer Rudolf Myrskyy, een academicus die onder meer een leidende functie heeft in het Holocaust International Centre, wordt op 26 maart 1999 als volgt geciteerd door de krant Ukraine and the World Today (Україна і світ сьогодні):
“Unfortunately, judaeophobia may be observed not only in social behaviour, but also in politics. For example, the self-styled Party of Ukrainian Unity [«Партія української єдності»], which professes the aim of instilling in people an ideology and a psychology of national extremism, is kicking off its activities in Lviv.”
Dertien leden van deze partij dwongen met succes het volgende bevel af tegen Myrskyy: “To oblige R. Myrskyy and the editorial office of the newspaper Ukraine and the World Today to publish (…) a disclaimer worded as follows: “The statement of Rudolf Myrskyy published in the article ‘Judaeophobia at the political level?’ of 26 March 1999: “For example, the self-styled Party of Ukrainian Unity, which professes the aim of instilling in people an ideology and a psychology of national extremism, is kicking off its activities in Lviv” is untruthful. The editorial office and the author sincerely regret having published it and offer their apologies to the founders of the Party of Ukrainian Unity“.
Myrskyy werd dus gedwongen zijn excuses aan te bieden. De zaak eindigde jaren later bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, dat oordeelde dat de veroordeling van Myrskyy strijdig was met de in artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens vastgelegde vrijheid van meningsuiting. De Ukrainse rechter had niet de juiste belangenafweging toegepast.
Interessant is verder dat het Hof in dit arrest bevestigt dat excuses niet in rechte kunnen worden afgedwongen. Je kunt feitelijke fouten laten rechtzetten. Maar iemand een opinie opdringen is in strijd met de uitingsvrijheid. Die regel dat voor de rechter geen excuses kunnen worden geëist volgt ook uit vaste Nederlandse rechtspraak. De rechtbank Rotterdam bevestigde dit bijvoorbeeld recent nog. Dat je bij het schikken overeen komt dat excuses worden gemaakt kan natuurlijk. Maar als voor de rechter excuses worden gevorderd kan dat met een beroep op deze (en vergelijkbare) jurisprudentie dus makkelijk van tafel worden geveegd.